AUTO' MET EEN LAAG PRODUCTIE-AANTAL RAKEN IN DE
REGEL ENKELE DECENNIA NA HUN ACTUALITEIT MET UIT-
STERVEN BEDREIGD. MAAR SOMS, HEEL SOMS, BEZORGT EEN CUREU-
ZE GESCHIEDENIS DE VERZXAMELAARS MAZZEL. ZOALS IN HET GEVAL
VAN DE VOLVO 264TE, EEN AUTO DIE VOOR DE LIEFHEBBERS BIJNA ONLOSMA-
KELIJK VERBONDEN IS MET DE DDR. LIEFHEBBERS MOGEN ZICH IN DE HAN-
DEN VRWIJVEN DAT DE MUUR PAS IN 1989 OMVIEL.
Na de jarenlange toeloop op de Volvo 100-serie (144/145/164) begint zoetjesaan de 200-serie
(244/245/264/265/262C) steeds meer zieltjes te winnen.
Het belastingaspect in combinatie met de probleemloos LPG-slikkende motoren en natuurlijk de ongelooflijke technische duurzaamheid verlenen de
fans genoeg motivatie. Je zou ze rationele rakkers gaan noemen, die Zweedse tanks met hun hoge taillelijn en kaarsrechte silhouet.
Scandinaviërs zijn nuchter, maar ze hebben hun eigenaardige uitspattingen. Dat wisten we reeds van Saab, maar ook bij Volvo in Göteborg
keerden de eindverantwoordelijken op sommige werkdagen een tikkeltje opgewonden huiswaarts. Waar Lotta of Annika vervolgens een verhaal
moest aanhoren over plannen om met een getopchopte coupé (de 262C), zijnde een 'creazione' van Bertone, de Amerikaanse markt te gaan bestormen.
Die Italiaanse naam had zij al eens horen vallen, toen haar man glunderend was thuisgekomen met de mededeling dat het merk van de broodwinning
goed bewapend de topklasse zou gaan aanvallen.
Vakman?
Volvo betrad het strijdtoneel met de 264 TE. Die leed in elk geval qua naam niet aan valse bescheidenheid, want de letters vormden het
monogram van de term Top Executive. Zijn dominante verschijning lag met deze hooghartige benaming niet bepaald overhoop.
Als je de toch al statige 264 tussen de assen bijna 70 centimeter uit elkaar trok, kon je bijvoorbaat al realiseren dat er iets van
een speciaal kaliber zou ontstaan. De aangewezen plek om zo'n ambachtelijk karwei te laten verrichten was carrosseriefabriek Nilsson,
die al verschillende bedrijfsmatig inzetbare varianten van Volvo's op zijn naam had staan. Om een ons onbekende reden ging Volvo echter
met de Italiaanse meesterontwerper Bertone in zee, die een kleine productiefaciliteit voor beperkte aantallen bezat. Het lijkt het meest
waarschijnlijk dat de keuze voortvloeide uit de hoop op een esthetisch optimaal resultaat, dat de kritische welgestelden met hun tere ego
zou weten te behagen.
In de loop van 1975 maakte Volvo wereldkundig dat het een nota bele limousine met zeven zitplaatsen in zijn programma ging inte greren.
Uitsluitend op speciale bestelling leverbaar, vanzelfsprekend. En door de vakman in elkaar gezet, alhoewel dat arbeidstechnische begrip
in Italië iets heel anders vertegenwoordigde dan in Zweden. Anders gezegd: men sloeg er bij Bertone gewoon een slag naar.
Als het maar ergens op leek... Goed voor het oog van 't kerkvolk, zogezegd.
Snijbrander
Het ontwerptalent van Bertone's studio in Turijn was boven elke twijfel verheven. Zo had men er goed in de smiezen dat je bij het
uitrekken van een auto de verhoudingen scherp moest bewaken. Het ten bate van het instapcomfort verlengde achterportier kreeg gezelschap
van een gelijkwaardige buurman, waartoe het langere voorportier van een 242 (tweedeurs) als donor diende. Er gingen enkele centimeters af,
om overdreven toestanden in de aanblik te voorkomen. Bertone gebruikte sowieso 242-koetswerken als basis, vanwege het achterscherm dat tot
aan het voorportier doorliep. Ook daar ging de snijbrander in, maar er bleef een aanzienlijk stuk over met ruimte voor een brede, vaste zijruit.
Zo viel de verlenging optisch in drie delen uiteen, wat een naar rato behoorlijk harmonieus geheel opleverde. Alsof de achterportieren
nog niet breed genoeg waren besloot men ze ook een extra grote openingshoek te geven; vooral prettig voor degenen die de
wegklapbare 'tolkenstoeltjes' welke de middelste rij vormden moesten bezetten. In de salon wist Bertone met bemoeienis van de Zweden
een huiselijke sfeer te scheppen, door kwistig te strooien met lappen hout en zo'n beetje alles wat er dan nog resteerde met pluche te bedekken.
Wie dat wenste, bijvoorbeeld voor taxigebruik, kon ook 'kippenleer' bestellen. Een begrafenisondernemer uit Haarlem deed dat.
Hij kocht vier van deze auto's. Elke 264TE werd minimaal bedeeld met airconditioning, elektrische aansturing van de antenne,
de vier zijruiten en beide buitenspiegels, leeslampjes bij de achterste zijruiten plus een opklapbare midden armsteun achter met een bergvak,
waarin men desgewenst een telefoon verwerkte.
|