Foto Automobiel 2006






Wanneer Zweden en Italianen samen iets spannends gaan bedenken voor de
Amerikaanse markt, dan weet je van te voren dat het iets bijzonder gaat worden.
"Het is voor mij volslagen onbegrijpelijk hoe men een zodanig stilistisch ongelukkig
gedrocht kan ontwerpen"liet de ex-coureur en ex-autobouwer Peter Monteverdi
fijntjes weten. Dat was tijdens de Saln van Genève in 1977 en hij keek erg verschikt
toen hij de Volvo 262C voor het eerst zag. Gelukkig waren en zijn er veel anderen die
deze Zweed-Italiaanse coporductie de mooiste vonden die ze ooit hadden ge-
zien. Duidelijk was in elk geval dat de vorm omstreden was en nooit in zo brede kring
werd gewaardeerd als de andere Volvo coupé, de 1800 ES...

We schrijven 27 juni 1973 wanneer de laatste Volvo 1800 ES van de
band rolt in de fabricagehallen van Volvo in het Zweedse Göteburg.
In twee jaar tijd waren er exact 8077 van gebouwd. De 1800 ES was
natuurlijk al een beetje op leeftijd, maar de voornaamste reden voor
het beëndigen van de productie was de verscherping van de
Amerikaanse veiligheidseisen. Het was geen gemakkelijke beslissing
voor Volvo aangezien de ES juist op de Amerikaanse markt belang-
rijk was als imagebuilder. Een opvolger zou dus voor de hand lig-
gen. Sergio Coggiola, een Italiaans ontwerper die al jaren daarvoor
nauw betrokken was bij het ontwerp van de 1800 ES, toonde al in
oktober 1971 zijn kunsten op de Salon van Parijs. Een moderne
mooie maar extravagante coupé. Maar net als meerdere van zijn eer-
dere pogingen bleef ook dit exemplaar een eenmalige creatie en se-
rieproductie bleef, naar verluidt uit kostenoogpunt, achterwege.

In plaats daarvan debuteert dus zes jaar later een auto die van meet
af aan ernstig onder vuur lag: de Volvo 262. Bertone, gevestigd in
het Italiaanse Grugliasco in de buurt van Turijn, bouwt de wagen. In
tegenstelling tot de algemeen heersende mening is deze wagen niet
door Bertone ontworpen. Hooguit heeft de Italiaanse carossier wat
'detailwerk' geleverd.

Het uitgegeven persbericht spreekt over "een auto voor de connais-
seur, een luxueuze coupé met een zee van ruimte voor 4 perso-
nen. De nieuwe Volvo 262, die recent is geïntroduceerd, beschikt over
elegante klassieke lijnen en topklassecomfort. Jan Wilsgaard, Volvo's
hoofdontwerper, heeft een auto gecreëerd met een laag profiel en
schitterende klassieke lijnen, ontwikkeld in samenwerking met de
carrosier Bertone, die de auto bouwt volgens Volvospecificaties."
De oplettende lezer, tussen de regels doorlezend, begrijpt dat
Bertone niet al te enthousiast over de vormgeving was, getuige het
feit hoe men afstand neemt van het ontwerp.
Vooral het extreem lage dak zorgde voor verhitte discussies
Amerikanen noemen zoiets een 'top chop'. Het leek alsof het dak er
een stuk lager weer opgezet was. Het resultaat was hoe dan ook bij-
zonder. De eigenwijze nieweling paste goed in het totaalbeeld.



een auto voor de connaisseur, een luxueu-

ze coupé met een zee van ruimte







Foto Automobiel 2006


Foto Automobiel 2006

Foto Automobiel 2006

Foto Automobiel 2006

Foto Automobiel 2006

 
Een Europese coproductie met de Amerikaanse markt in gedachten,
dat omschrijft het karakter van deze Volvo Coupé het best.

De uitvoering van voor die tijd uiterst luxueus, met onder anderen
aluminium velgen, metallic lak en koplampwissers


De AB Volvo vierde in april 1977 zijn vijftigjarig bestaan en lanceerde ter
gelegenheid daarvan zelfs een speciaal model, de zilveren 244 DL 'li
mited edition'. Strikt genomen is ook de 262 C een speciaal model
Hij was gebaseerd op de 262 GL, een tweedeurslimousine uit de
240/260 serie voor de Amerikaanse markt. Maar het succes was be-
perkt; in de amper twee jaar dat het model in productie was werden
er maar 2674 van gemaakt. Ook het feit dat de chassisnummerserie
van de 262 C begint waar de 262 GL ophoudt, spreekt boekdelen.
De coupéserie start dus bij chassisnummer 2675.

Volvo was in tegenstelling tot wat je zou verwachten na het succes
van de 1800-serie allerminst happig op het in productie nemen van
een nieuwe coupé. Voordat de 262 C in de Volvohiërarchie het erf-
goed van de 1800 ES mag voortzetten heeft Pehr Gustaf
Gyllenhammer heel wat overredingskunst nodig. Gyllenhammer is in
1971 als 36-jarige zijn schoonvader Gunnar Engellau opgevolgd in de
top van het Volvokader. Hij staat erop dat er een exclusieve coupé
komt voor de verwende cliëntèle. Maar van meet af aan is het dui-
delijk dat zoiets niet teveel ontwikkelingskosten mag vergen. Dus be-
denkt hoofdontwerper Jan Wilsgaard op basis van de 242/262 een
coupévariant, zonder dat daarbij de onderste helft van de carrosse-
rie verandert. Deze is praktisch ongewijzigd overgenomen van de
normale 240/260-serie. De voorruit staat veel schuiner, net als de
achterruit. Deze ontwerpen worden bij Coggiola in Turijn uiteindelijk
in een gipsmodel omgezet. Naar verluid was Wilsgaard ontzet toen
hij in Italië zag wat Coggiola in gips had neergezet. Het roept de
vraag op of Coggiola op eigen gezag wijzigingen had doorgevoerd aan
de Wilsgaardschetsen of dat Wilsgaard zo verschrikt reageerde op
zijn eigen ontwerpen. Maar goed, deze vraag is tot op de dag van






Foto Automobiel 2006


Dankzij de V6 motor en het geboden comfort was je zo in Zui-
Europa als je daar zin in had. Het interieur viel met name op door
de losjes geplooide lederen bekleding en de vergulde kroontjes
her en der...
Foto Automobiel 2006

vandaag onbeantwoord gebleven. Gyllenhammer geeft echter niet op
en laat een gebruikte 164 opsnorren die naar de Italiaanse studio
wordt gestuurd. Daar bouwt coggiola het eerste 262 C-prototype
Deze 162 C is tegenwoordig in het Volvomuseum in Göteburg te be-
wonderen.
Volvo heeft geen productiecapaciteit beschikbaar voor deze coupé,
waarop wordt besloten om de auto in Italië te laten bouwen. Sergio
Coggiola stelt voor om dat bij Bertone te laten doen, waar ook sinds
1975 de lange 264 TE wordt gebouwd. Productietechnisch lijkt dat
een wijze beslissing, daar de door Volvo geleverde 242-carosserieën
voor beide modellen als basis dienen. Zowel de 262 C als de 264 TE
worden op die basis gebouwd. Behalve enkele delen van het dak, die
bij Bertone geperst worden en de ruiten die van een Italiaanse toe-
leverancier komen, zijn alle onderdelen afkomstig van Volvo. Bertone


naar verluidt was Wilsgaard ontzet toen hij in

Italië zag wat Coggiola daar in gips had neergezet


Foto Automobiel 2006


doet dus eigenlijk niet meer dan deze Volvo' in elkaar schroeven.
Bijna was er nog een kink in de kabel gekomen en kwam het pro-
ject op losse schroeven te staan. Kort voor de productiestart werd
een autotransporter met daarop drie exemplaren uit de voorserie ge-
stolen. Deze wagens waren met moeizame handarbeid in Zweden in
elkaar geschroefd en gingen op weg naar Bertone in Italië. De
chauffeur had onderweg wat vertraging opgelopen waardoor hij nie-
mand meer aantrof bij Bertone. Hij overnachtte dus in een motel en
terwijl hij tevreden lag te ronken werd de transporter gestolen.
gelukkig voor de voortgang van het project werd de vrachtauto de
volgende dag weer teruggevonden, compleet met lading. De dieven
wisten blijkbaar niet wat voor kostbare vracht ze buitgemaakt had-
den. Deze voorseriemodellen werden met een zweeds kenteken ge-
bruikt voor de persfoto's. Helaas is er uiteindelijk geen model over-
gebleven. Ze werden allemaal verschroot toen hun taak volbracht
was.

Het door Bertone uitgegeven persbericht vertelde dat de Volvo 262 C
een exclusive en mooie auto is. Ook vindt men de 262 C een goed
voorbeeld van hoe je comfort, decadente luxe en veiligheid prima met





Foto Automobiel 2006

Technische gegevens Volvo 262 C

Motor:
Brind x slag (mm)
Max. vermogen:
Max koppel:
Compressieverhouding
Brandstofvoorziening:
Transmissie:


Wielophanging:

Remmen

B 27 E, 2662 cc zescilinder
88 x 73
140 DIN-pk@6000 tpm
204 Nm/3000 tpm
8,7:1
Injectie, Bosch
Automatische (Borg Warner)
drieversnellingsbak met hydraulisch koppel-
omvormer (optioneel een handgeschakelde
vierversnellingsbak)
voor onafhankelijk met telescoop schokdem-
pers en schroefveren: achter starre as met
bladveren.
remsystem met gescheiden circuits, voor ge-
ventileerde remschijven, achter normale rem-
schijven.

Foto Automobiel 2006


Foto Automobiel 2006
Het bouwen van de Volvo
coupé gebeurde op zeer am-
bachtelijke wijze bij Bertone.
Vooral de productie van het
interieur was uiterst kostbaar
mede door de manuren die
het in beslag nam, om nog
maar niet te spreken over de
hoeveelheid runderen.


Foto Automobiel 2006

  elkaar kunt combineren. "De wielophanging, remmen en de motor
zijn gebouwd voor snel en comfortabel rijden, met een miniumum aan
geluidsontwikkeling bij hoge snelheden.De carrosserie biedt het-
zelfde veiligheidsniveua als de andere Volvo's uit de 260-serie."
Trots vermeld het bericht verder dat de uitvoeringzeer luxe is. "De
uitgebreide uitrusting van de 262 C omvat bijvoorbeeld leeslampjes
voor de achterinzittenden en er zijn ook zulke doordachte details
aanwezig als sjorbanden in de bagageruimte." Minpuntje was daar-
bij de 'space saver'-reserveband met spuitbus. Een waardeloze op-
lossing, maar toch werd het uitdrukkelijk vermeld, alsof je er blij
mee moest zijn... Veel prettiger is het dan om te lezen dat de Volvo
beschikt over stoelverwarming die thermostatisch geregeld is.


Samenwerking

Onder de motorkap van de 262 C vind je de 2,7 liter V6 die Volvo in
samenwerking met Peugeot en Renault ontwikkelde. Rond het einde
van de zestiger jaren werd er alom op gerekend dat Volvo naast de
viercilinders voor zijn topmodellen gebruik zou gaan maken van een
V8-motor, opgebouwd uit twee viercilinders in een hoek van 90 gra-
den. Maar er gebeurde niets. In plaats daarvan vond Volvo in Peugeot
en Renault partners waarmee men het gemeenschappelijke bedrijf
'Societé Franco-Suidoise de Moteur PRV' in het Noord-Franse plaats-



Voral het extreem lage dak zorge voor

verhitte discussies



je Douvrin oprichtte. Men sloot een overeenkomst voor het ontwerp
en de fabricage van een V8 voor de topmodellen van elk merk. Maar
op het moment dat de 3,5 liter V8 al in een proefopstelling loopt, ver-
anderen de inzichten. Dankzij de energiecrisis worden zonder dralen
twee cilinders van de V8-motor afgekapt en is de weg vrij voor een
bijzondere V6 met een cilinderinhoud van 2664 cc (B27 in Volvoter-
minologie). De aluminiummotor beschikt over een bovenliggende nok-
kenas per cilinderrij en levert 140 DIN-pk. In Amerika wordt het de
B27F en levert de motor slechts 127 DIN-pk, dankzij het 'smorende'
effect van de katalysator. Het gezaghebbende Amerikaanse autotijd-
schrift 'Road & Track' omschrijft het resultaat in 1978 plastisch als:
"The car is no fireball in stop-and-go traffic", maar het was wel een
mooie glijder, zoals daar dat daar zo graag gezien wordt. In Europa kla-
gen de autotesters over de voor een zescilinder tamelijk rauwe mo-
terloop en dat is niet helemaal onterecht. De van de achtcilinder
geërfde blokhoek en ontstekingsvolgorde is, alhoewel 'natuurlijk' voor
een V8, veel minder wenselijk voor een V6-motor. Pas vele jaren la-
ter, om precies te zijn in 1984 met de introductie van de Renault 25
V6 Turbo, krijgt elke cilinder in de PRV-motor zijn eigen kruktap en
wordt het potentieel van de V6-motor enigzins benut.
Ondanks een luchtweerstand als van een kathedraal haalt de Volvo
met deze motor toch een topsnelheid van 180 km/h. De acceleratie
van 0 tot 100 km/h neemt 13,2 seconden in beslag, althans volgens
het Zweedse vakblad "Teknikens Värld"uit 1979. En zeg nou eerlijk,
wie heeft daar nu geen abonnement op?
De 262 C is beschikbaar met een automatische drieversnellingsbak
of een handgeschakelde vierversnellingsbak. Meer dan 90 procent
van de klanten kiest voor de automatische versie.

Interieur

Hoewel het interieur van de 262 C qua lay-out met de andere 260-
modellen overeenkomt, roept het een heel ander gevoel op.





Foto Automobiel 2006
Ook gebouwd bij Bertone , de lange Volvo...

Onder, een andere bijziondere Volvo Coupé, uit het archief. Wij hadden
hem nognooit eerder gezien, maar volgens het opschrift is het een
creatie van Chapron...
Foto Automobiel 2006

Natuurlijk helpt het maar liefst 10 centimeter lagere dak daarbij. Het
heeft tenslotte tot gevolg dat het ruit oppervlak ook aanzienlijk klei-
ner is. Ter compensatie van het lagere dak zijn ook de zittingen vijf
centimeter verlaagd, maar per saldo mis je natuurlijk 5 centimeter
hoofdruimte. Om niet nog meer hoodruimte op te geven, vervalt het
optionele schuifdak. Voor deze coupé zal dat nooit leverbaar zijn.
Standaard was de coupé voorzien van luxueuze details als
elektrische bedienbare zijruiten en spiegels, een speciaal stuur, ge-
tint glas en prachtige aluminiumvelgen. Kortom, alles wat goed en
duur was, zat op deze exclusieve Volvo.
Het belangrijkste verschil met de limousine is echter de uitvoering.
De gebruikte materialen zijn op z' minst bijzonder te noemen. het
hele interieur is bekleed met leder, maar op een bijzondere manier.
Het leder is licht losjes geplooid om de stoelen en zijpanelen.
Rafleder noemt men dat tegenwoordig wel en dat vond je nauwelijks
op Europese auto's. Ook werd er voor Volvobegrippen nogal wat
houtfineer in het interieur verwerkt. Mocht u er nog aan twijfelen of
de Volvo Coupé werd bedacht met de Amerikaanse markt in ge-
dachten, dan zullen de wat kitscherige gouden kroontjes op de C-stijl
en het stuur u toch moeten overtuigen. Het leek te werken want 90
procent van de productie belandde in Amerika. Daar valt hij nog be-
ter in de smaak dan verwacht en de eerste tijd worden er zelfs
meerprijzen van 1500 dollar betaald om er maar een te mogen ko-
pen. Dát bovenop de toch al niet kinderachtige catalogusprijs van
15.000 dollar. In tegenstelling tot de Europese modellen hebben de
Amerikaanse coupés kleine rechthoekige koplampen en dikke bumpers.
De coupé is erg luxe uitgevoerd, stuurbekrachtiging was standaard
en active en passive veiligheid werd een warm hard toegedragen.
Er was bijvoorbeeld een gescheiden remsysteem gemonteerd.

Details

Er wordt niet gek veel veranderd tijdens de productie, maar een paar
behoedzame wijzigingen ondergaat de coupé wel, er vallen grofweg
drie series te onderscheiden. De eerste serie wordt tussen 1977 en
Foto Automobiel 2006


juni 1978 gebouwd. Ze worden uitsluitend in zilver metallic met een
zwart vinyldak uitgevoerd. Maar pas op: aangezien de 262 C een au-
to was die in een uiterst beperkte serie werd gebouwd was er ruim-
te voor specifieke wensen. De auto' werden bij Bertone praktisch
op puur ambachtelijke wijze in elkaar geschroefd en als de klant spe-
ciale wensen had konden die vervuld worden. Zo is er bijvoorbeeld een felrode
262 C bekend. Zelfs het leer hoefde niet persé zwart te zijn.
De tweede serie loopt tot de zomer van 1980 en is uitgevoerd in goud
of bronsmettalic, maar zonder vinyldak. Ook is de aloude zilveren
versie leverbaar, net als de tegen het einde van de eerste serie
geïntroduceerde zwartmetallic uitvoering. De wielbasis is 10 milli-
meter vergroot naar 2650 mm, er komen nieuwe aluminiumvelgen
en het achteraanzicht wordt iets gewijzigd, want de achterlichten lo-
pen 'om de auto'. We praten nu met recht over een gouden koets.
De latere coupés uit de tweede serie beschikken over een iets ver-
grote motor met een inhoud van 2850 cc, die in tegenstelling tot de
B 27 is voorzien van benzine-inspuiting. De B28E levert 155 pk en de
B28F (Amerikaanse markt) 129 pk.
De derde en laatste serie wordt na een korte pauze gebouwd tussen
de lente en het einde van de zomer 1981. Deze wagens zijn aan-
vullend leverbaar in zwart of lichtblauw metallic en zijn wat mooier
danzij de smallere bumpers en een andere grille. Uiteraard gelden
deze modificaties weer niet voor de Amerikaanse modellen. Na drie jaar
is het alweer afgeopen. Na een productie van 6622 exemplaren rolt
de laatste 262 Coupé uit de fabriek. Als u goed geteld heeft dan weet
u dat het nummer 9296 is.
In Europa is het coupémodel nooit echt populair geweest, althans
niet in de tijd dat het model nieuw leverbaar was. In Duitsland bij-
voorbeeld, waar zeker een markt voor was voor dit soort auto's, kostte
een Volvo Coupé 44.000 mark. Vergeleken met een Mercedes 280 CE
was dat een behoorlijk aan de prijs. Voor DM 37.000 had je namelijk al
zo'n Mercedes Coupé met 185 pk. maar goed, het was altijd al wel
duurder om een goede smaak tehebben, beweert men toch altijd?
En inmiddels is van die desintresse ook niet veel meer te merken,
want ook de Volvo 262 C is tgenwoordig een gezochte Volvoklassieker.



tekst Dieter Günther blad Automobiel 6-2006.

Go To Top of Page